Onderstaand treft u een lijst aan met ziekten die in het poedelras gevonden zijn.
Een aantal daarvan zijn ziekten die bij veel, zo niet alle rassen, gevonden worden. Er zijn maar een zeer beperkt aantal poedel-specifieke ziekten bekend. De meeste genoemde ziekten komen maar zelden voor, maar zijn wel beschreven.
Door op de naam van de ziekte te drukken vind u nadere informatie daarover (bron: WikiPedia UK).

Wanneer een ziekte in een ras vaker voorkomt zal de wetenschap zich hierop werpen. Er wordt dan onderzocht wat oorzaken zijn, hoe vaak het voorkomt, wat de erfelijke factoren zijn. En indien er voldoende ziektegevallen zijn en er blijkt dat de iekte erfelijk is worden er testen of onderzoeken beschikbaar gesteld. Want dan is het voor de laboratoria commercieel haalbaar en aantrekkelijk.
En met die testen kan een fokker waardevolle informatie verkrijgen over zijn ouderdieren en deze kennis gebruiken om het nageslacht van zijn honden (soms zo veel als mogelijk en bij genetische testen volledig) te freewaren van deze ziekten of afwijkingen.

Er zijn 2 soorten onderzoeken:

• zichttesten van de ouderdieren door een (gespecialiseerde) dierenarts (b.v. HD-foto's, oog-onderzoek, knie-onderzoeken etc.).
  Deze testen geven de mogelijkheid ouderdieren met deze eigenschappen uit de fokkerij te houden, en zo te bewerkstelligen dat het aantal gevallen dat de betreffende afwijking voorkomt steeds minder in het nageslacht zal voorkomen. Deze testen sluiten echter niet uit dat afstammelingen deze ziekte of afwijking niet zullen krijgen, maar de kans is wel veel kleiner dan bij ongeteste ouderdieren. En naarmate meer generaties onderzocht worden en free bevonden worden wordt de kans om de ziekte/afwijking te ontwikkelen voor de pups kleiner;
• genetische testen uitgevoerd door gespecialiseerde laboratoria. Door de ouderdieren deze testen te laten ondergaan (vaak speeksel of bloedonderzoek) kan bepaald worden of een ouderdier free is van een bepaalde ziekte, of dat hij drager of lijder is. Daarmee kan zeer gericht geselecteerd worden. Onderstaand schema geeft daar inzicht in: